Algemeen: complicaties & veiligheid

  • Vroege complicaties (dagen–weken): nabloeding, lekkage, longembolie/trombose, wondinfectie, uitdroging.

  • Late complicaties (maanden–jaren): strictuur/vernauwing, interne hernia (bij RYGB), marginale ulcera, galstenen, reflux (vaker bij sleeve), dumping/hypoglycemie (vaker bij bypass/OAGB), tekorten aan B12, ijzer, folaat, calcium, vit. D, soms A/K.

  • Leefstijl & opvolging: blijvende aandacht voor voeding, beweging, vitamines, controles en psychosociale ondersteuning vermindert risico’s en ondersteunt resultaat.

  • Zwangerschap: bij voorkeur uitstellen tot 12–18 maanden na ingreep en onder gynaecologisch/diëtetisch toezicht.

  • Huidoverschot/haaruitval: kan tijdelijk optreden; eiwitinname en tijd helpen doorgaans.

Hier zijn Belgische cijfers/weetjes over complicaties na bariatrische heelkunde (vooral sleeve/RYGB), met de beste beschikbare openbare bron (KCE):

  • 30-dagen mortaliteit: ongeveer 0,1–0,3% (1–3 per 1.000) bij sleeve en gastric bypass. KCE

  • Ernstige vroege complicaties (<30 d): circa 4% bij sleeve vs 6% bij RYGB. KCE

  • Heropname binnen 30 dagen: ongeveer 5% (ongeveer de helft binnen 1 week). KCE

  • Re-ingreep binnen 30 dagen: ~1,6% (sleeve) vs ~2,5% (RYGB). KCE

  • Langere termijn (±5 jaar): 14–30% heeft een (her)hospitalisatie of redo/undo-ingreep gerelateerd aan MBS; dit is expliciet op Belgische data gebaseerd. KCE

  • Type-specifiek (selectie): reflux verergert of ontstaat vaker na sleeve; interne herniatie is een gekende late complicatie na RYGB; nutritionele tekorten komen frequent voor (meer na RYGB) → levenslange suppletie & follow-up nodig. KCE

Wist je dat voor een bariatrische ingreep het complicatie-sterftecijfer vergelijkbaar is met dat van een galblaas- en baarmoederverwijdering.
En lager is dan bij knie- of heupprothese, rug- chirurgie, of dikke darm chirurgie.